Wat zijn de fabels over inbraken?

Wat is waar en wat zijn de fabels als het gaat om woninginbraken? Hieronder staan wat stellingen op een rijtje, zodat hier in ieder geval geen misverstanden meer over kunnen ontstaan.

Inbrekers zijn vooral actief in de nacht

Fabel: slechts 13% van de woninginbraken in Nederland vindt in de nacht plaats. De meeste inbraken gebeuren juist overdag, wanneer veel mensen op hun werk zijn. Dit gaat om zo’n 60%. Een inbreker ziet dan vaak zijn kans om door een open raampje of een deur naar binnen te glippen, dit zijn voornamelijk gelegenheidsinbrekers en die zijn er veel. Zorg er dus voor dat je alle ramen en deuren goed sluit en draai je deur op slot.

Inbrekers slaan hun slag in andere steden

Fabel: inbrekers blijken vaak hartstikke lui te zijn. Ze plegen het liefst hun delicten in een bekende en nabije omgeving. Drie analisten van de Nationale Politie ontdekten dat inbrekers gemiddeld 800 meter afleggen vanaf hun woonadres naar de inbraaklocatie. Uit politiegegevens blijkt ook dat er een grote overlap is tussen gebieden waar relatief veel inbrekers wonen en gebieden waar veel wordt ingebroken. Dit heeft ook te maken met het feit dat sociale huurwoningen vaak slechter beveiligd zijn en beschikken over matig hang- en sluitwerk.

Veel inbraken tijdens de feestdagen

Feit: Tijdens onder andere kerst, oudejaarsdag, Pasen en Koningsdag wordt er anderhalf tot twee keer meer ingebroken als gebruikelijk voor de tijd van het jaar. Gezinnen zijn dan vaak uit huis en eten dan bijvoorbeeld met alle familieleden bij elkaar, in één huis. Op dit soort dagen valt het ook meer op als er niemand thuis is.

De meeste inbraken vinden plaats in wijken met dure koopwoningen

Fabel: de meeste inbraken vinden juist plaats in goedkopere (huur)woningen. De sloten zijn hier vaak matig en de inbrekers zijn zich daar heel bewust van. Zoals hierboven genoemd gaan de inbrekers het liefst in de buurt van hun eigen woonomgeving te werk. De risico’s kunnen ze hier beter inschatten en ze kennen de vluchtwegen als geen ander. De kans op woninginbraak in een achterstandswijk is ongeveer 50% hoger dan in een wijk met dure koopwoningen.

Inbrekers zoeken gericht naar een bepaald type woning

Fabel: er zijn voornamelijk gelegenheidsinbrekers. 70% van de inbrekers bereidt weinig voor. Zij grijpen hun kans. Ze zoeken een woning waar ze snel succes hebben met weinig risico’s. Het type woning is dan ook minder belangrijk. Zolang de buit maar goed is. Houd waardevolle spullen dus uit het zicht. Laat de laptop bijvoorbeeld niet op de vensterbank liggen of je portemonnee op de eettafel.

De kans op een inbraak kun je zelf verkleinen

Zeker een feit: aangezien inbrekers vaak gelegenheidsbrekers zijn en kijken of de woning makkelijk te kraken is, helpt het zeker om goede sloten aan te schaffen. De meeste inbrekers geven op als ze niet binnen enkele minuten in de woning kunnen komen. De grootste angst is natuurlijk om gehoord of gezien te worden. De achterkant van een woning is ook een fijne plek voor inbrekers, dus zorg voor goede sloten en extra verlichting. Daarnaast helpt het ook om een bewoonde uitstraling achter te laten en dure spullen uit het zicht te houden. Je kunt natuurlijk ook altijd kiezen voor live camerabewaking en in onze blog Lentetips kun je meer tips lezen!